PALGA _copy
MRDM en DICA hebben in samenwerking met Stichting PALGA (Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief) voor vier kwaliteitsregistraties een PALGA-koppeling ontwikkeld.
- DCRA (darmkanker)
- DGEA (darmcoloscopieën)
- DUCA (maag- en slokdarmkanker)
- DMTR (melanoom) Nieuw!
De koppeling zorgt dat pathologiegegevens vanuit het pathologielaboratorium eenvoudig overgenomen worden in een kwaliteitsregistratie.
Voordeel gebruik PALGA-koppeling
Met behulp van de PALGA-koppeling worden pathologiegegevens voorgevuld in de registratie. Hiermee wordt verlaging in administratieve lasten gerealiseerd. Daarnaast worden gegevens op een geharmoniseerde manier uit de data gehaald waardoor er geen verschillen ontstaan door o.a. interpretatie of registratiefouten.
Aanmeldingsprocedure
U kunt zich aanmelden voor de PALGA-koppelingen via dit aanmeldingsformulier.
Op het aanmeldingsformulier kunt u aangeven voor welke registraties u de PALGA-koppeling wilt activeren. Onderstaande stappen dienen doorlopen te worden om de aanmelding gereed te maken:
- U vult het bijgevoegde aanmeldingsformulier in en verstuurt dit naar contracten@mrdm.nl
- U ontvangt het Pathologie-Connect contract
- U ondertekent het Pathologie-Connect contract en verstuurt dit naar contracten@mrdm.nl
Na het invullen en versturen van het aanmeldingsformulier moet er door een bevoegd persoon van het betreffende pathologie laboratorium een ticket aangemaakt worden bij ICT Nederland (dataverwerker van Stichting PALGA) met het verzoek om voor de gewenste registraties de PALGA-koppelingen aan te zetten.
Wanneer u voor meerdere registraties gebruik wilt maken van de PALGA-koppeling, is het advies om dit in één ticket te vermelden.
Werkwijze PALGA-koppeling
Hieronder worden vragen met betrekking tot de werkwijze van de PALGA-koppeling beantwoord.
Pathologiegegevens worden rechtstreeks bij MRDM aangeleverd door ICT Nederland, de dataverwerker van Stichting PALGA. Dit betekent dat er geen aanpassing nodig is aan uw EPD. Bovendien maakt het niet uit welk aanlevermethode uw zorginstelling hanteert voor de betreffende registratie. PALGA bespreekt met de pathologie laboratoria hoe de gegevens doorgestuurd worden voor gebruik in de DICA-registraties.
Zowel bij handmatige invoer (via DataEntry) als geautomatiseerde batch-aanlevering kunnen gestructureerde pathologiegegevens worden gekoppeld. Wanneer de PALGA-koppeling gevalideerd is, worden de gekoppelde gegevens zichtbaar in DataEntry. De PALGA-gegevens worden vervolgens met de uitlevering van een databestand (op aanvraag) meegeleverd.
Koppeling van pathologie-data aan de juiste patiënt wordt gedaan op basis van het burgerservicenummer (BSN) en geboortedatum. Koppeling van de pathologie-data met de juiste behandeling wordt gedaan op basis van het T-nummer (TJJ-CCCCCC) en het landelijke laboratoriumnummer (PA-lab nummer). Het T-nummer, ook wel PA-nummer genoemd, is te vinden op het pathologie verslag. Het PA-labnummer is gerelateerd aan het pathologie laboratorium die het pathologisch onderzoek verricht. Door middel van een uitklapmenu in DataEntry kan het betreffende pathologie laboratorium geselecteerd worden.
Het BSN, de geboortedatum, het T-nummer en het PA-labnummer moeten door zorginstellingen worden ingevuld in de registratie. Vervolgens worden de bijbehorende pathologiegegevens eens per week gekoppeld en zichtbaar in de registratie.
Ter extra controle dat de pathologiegegevens aan de juiste patiënt en behandeling worden gekoppeld, dient ook de zogenoemde dataset key ingevuld te worden. Per registratie verschilt welke variabele als dataset key fungeert. De datadictionary van de registratie bevat een tabblad ‘Dataset keys’ waarin staat vermeld welke variabele als dataset key wordt gebruikt.
Onderstaand overzicht geeft per registratie weer welke variabelen vereist zijn om de koppeling tot stand te brengen:
- BSN
- Geboortedatum
- T-nummer
- PA-labnummer
- datok
- datpa1
- BSN
- Geboortedatum
- T-nummer
- PA-labnummer
- datok
- BSN
- Geboortedatum
- T-nummer
- PA-labnummer
- endoscopiedat
- BSN
- Geboortedatum
- T-nummer
- PA-labnummer
Er is een separate module aan de registraties met PALGA-koppeling toegevoegd: de PALGA-pathologie module. De pathologiegegevens komen via de PALGA-koppelingen hierin terecht. Als er pathologiegegevens aanwezig zijn voor een patiënt, zijn deze voor u zichtbaar in de PALGA-pathologie module van de registratie in DataEntry. Deze gegevens worden eens per week gekoppeld en zichtbaar in de registratie.
Voor deze patiënten is het niet nodig om de pathologievariabelen in de huidige dataset handmatig aan te vullen. In DataEntry wordt met het PALGA logo weergegeven voor welke pathologievariabelen in de registratie dit van toepassing is. Ook op deze pagina kunt u een overzicht vinden van de pathologievariabelen die gevuld kunnen worden met behulp van de PALGA-koppeling.
Als er geen pathologiegegevens aanwezig zijn voor een patiënt, ziet u deze niet verschijnen in de PALGA-pathologie module van de registratie in DataEntry. Deze dient u dan handmatig toe te voegen op de gebruikelijke manier.
Let op: de bijbehorende pathologiegegevens worden eens per week gekoppeld en zichtbaar in de registratie. Dit betekent dat de PALGA-pathologie module niet real time gevuld wordt.
N.B. er is geen risico dat de handmatig ingevulde pathologie variabelen worden overschreven door data afkomstig van PALGA.
Op dit moment kan voor de DCRA, DUCA, DGEA en DMTR gebruik worden gemaakt van een PALGA-koppeling waarbij de pathologie variabelen gevuld kunnen worden. Onderstaande tabel geeft een overzicht welke variabelen per registratie gevuld worden door middel van de PALGA-koppeling. De vertaling van deze variabelen zijn terug te vinden in de datadictionary van de betreffende registratie: DCRA, DUCA, DGEA, DMTR.
- anginvnew-0
- anginv-1
- anginv-3
- anginvnew2-0
- anginv2-1
- anginv2-3
- cirmarge
- cirmarge2
- cirmargelok
- diffgraad
- diffgraad2
- histtype
- histtype2
- numlym
- numlympos
- paperfdarm2
- regress
- regress2
- stadpm
- stadpn2
- stadpnnew
- stadpt
- stadpt2
- cirmarge
- distdist
- distprox
- histregres
- histtype
- neoadj
- neoadjtype
- numlym
- numlympos
- pahistsub
- microrad
- stadpm
- stadpn
- stadpnmaag
- stadpt
- stadptmaag
- tumbulk1
- diffgraad
- immuno
- aantalslijmvlbiopten
- afstandvanafanuspl
- afstandvanafanustot
- afstandvanafanusvan
- angioinvasie
- bevinding
- diameterpoliep
- differentiatiegraad
- invasiediepte
- lokalisatie
- overigepoliep
- overigepoliepand
- primaireafwijking
- primaireafwijkingtekst
- typebiopt
- typebiopttekst
- typetumor
- typetumortekst
- breslow
- genmutrecbraf
- hispritum
- hisrevaan
- kpsl
- loclymet1
- loclymet2
- loclymet6
- locreitm
- lymfkldia
- lymfklpos
- lymfklrad
- lymfklverw
- lymfproc
- lymfstverw
- oogloc
- ptloc
- regressie
- regsnp
- regsnpdia
- revhispri
- sattel
- typmel
- ulcer
Elke registratie heeft signaleringslijsten die ondersteunen bij het controleren van de compleetheid van de data. Op de standaard signaleringslijst worden onder andere alle verplichte variabelen die ontbreken weergegeven. Meer informatie over de signaleringslijsten kunt u hier vinden.
Wanneer data in de PALGA-pathologie module aanwezig is, betekent dit dat de pathologie variabelen in de huidige dataset niet handmatig gevuld hoeven te worden. Als deze verplicht zijn, worden deze als missend weergegeven op de standaard signaleringslijst.
Voor de ziekenhuizen die gebruik maken van de PALGA-koppeling wordt een extra signaleringslijst toegevoegd, die gebruikt kan worden om de compleetheid te controleren en aanpassingen te doen. Deze lijst kunt u in DataEntry vinden bij ‘Rapportages’, onder de naam ‘Signaleringslijst PALGA-koppeling”.
N.B. er is geen risico dat de handmatig ingevulde pathologie variabelen worden overschreven door data afkomstig van PALGA.
De pathologie-data vanuit PALGA worden wekelijks ingeladen.
Wanneer een patholoog een wijziging maakt in het pathologieverslag, wordt er een nieuwe versie beschikbaar gesteld. De behandeld arts ontvangt hiervan een melding in het EPD (bijv. HiX onder ‘What’s new’).
Stap 1: Open het patiëntendossier in het EPD.
Stap 2: Haal het nieuwe pathologieverslag op en autoriseer deze zodat de meest recente en bijgewerkte versie wordt opgeslagen.
Stap 3: Open vervolgens het patiëntrecord in de DataEntry omgeving zodat het record bijgewerkt wordt met het nieuwe, geautoriseerde pathologieverslag.
Let op: het versienummer van het pathologieverslag wordt aangepast, maar het PA-nummer blijft gelijk. Als de wijziging binnen een jaar niet wordt geautoriseerd vervalt deze.
N.B. Controleer regelmatig of er nieuwe versies van pathologieverslagen beschikbaar zijn om ervoor te zorgen dat altijd de meest actuele informatie wordt gebruikt. Het laboratorium is verantwoordelijk voor het informeren van artsen wanneer een nieuwe versie beschikbaar is. Vervolgens zijn artsen verantwoordelijk voor het autoriseren van het gewijzigde verslag zodra een melding verschijnt.